Documents Popma, Jan 13 results

"Dutch OSH legislation is characterized by its reliance on very general legal stipulations. The idea is that these broad, goal-oriented provisions leave room for tailor-made regulations at the company or sectoral level, leading to more effective risk management. This also goes for OSH legislation pertaining to heat at work. The general legal provisions on heat at work are to be fleshed out, via social dialogue, in either collective labor agreements or ‘OSH catalogues' at the sectoral level, or more specific arrangements at the company level. Analysis of all relevant labor agreements and ‘OSH catalogues' reveals that these do seldom give proper guidance in managing heat at work. Most importantly, hardly any of these collective agreements contain a clear, science-based threshold for working in heat. Risk-assessment tools too are rather poor, and the proposed risk management measures in the ‘OSH catalogues' do seldom follow the industrial hygiene strategy (prevention first, personal protection as a final resort). The Dutch approach of social dialogue at a sectoral level or company therefore is not very effective. Also, negotiating OSH standards at many different is not very efficient, and is at odds with common notions such as legal certainty, legal equality and transparency."

"Het recht op veilige, gezonde en waardige arbeid is één van de fundamentele rechten van de werknemers. Op dit domein is de Europese regelgever dan ook bijzonder actief geweest. Een centrale plaats bekleedt de Europese Kaderrichtlijn 89/391 van 12 juni 1989 ter bevordering van de veiligheid en gezondheid van werknemers op het werk. Deze richtlijn verplicht de werkgever een veiligheids- en gezondheidsbeleid uit te werken, met betrokkenheid van werknemers en inbreng van deskundigheid als belangrijke pijlers. Deze kaderrichtlijn is inmiddels 20 jaar van kracht, en dit vormde voor de Onderzoeksgroep Sociale Concurrentie en Recht van de Universiteit Antwerpen en het Hugo Sinzheimer Instituut van de Universiteit van Amsterdam de aanleiding om de Belgische en Nederlandse invulling met elkaar te confronteren. In dit boek bespreken zowel juristen, beleidsverantwoordelijken, werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers als deskundigen op het gebied van veiligheid en gezondheid onder meer de volgende belangrijke vragen:
• welke vorm van werknemersvertegenwoordiging leidt tot een optimale inbreng van de werknemers bij de invulling van het beleid inzake veiligheid en gezondheid op het werk?
• hoe is de positie van deskundige werknemers en externe deskundigen formeel geregeld, en biedt het huidige stelsel voldoende waarborgen voor een effectieve inbreng van die deskundigheid?
• hoe en in welke mate wordt een onafhankelijk optreden van de deskundigen gegarandeerd?
• hoe kunnen werknemersvertegenwoordigers en deskundigen optimaal met elkaar samenwerken? • wat is de taak van de arbeidsinspectie in relatie tot werknemers en deskundigen?
Het boek biedt een uniek inzicht in de gelijkenissen en verschillen tussen de Belgische en de Nederlandse aanpak. Theoretische beschouwingen en praktische ervaringen wisselen elkaar af. Een onmisbaar boek voor eenieder die zich professioneel inlaat met veiligheid en gezondheid op het werk. "

"A nomád munkavégzés el?retörését különféle technológiák és mobil kommunikációs eszközök, különösképpen az okostelefonok és a tabletek (táblagépek) piaci megjelenése idézte el?. 2013-ra több mint egymilliárd okostelefon és tablet értékesítését prognosztizálták a világon2, s az el?zetes várakozások szerint az okostelefon-használók száma 2015-ig megkétszerez?dik3. Más szóval az európaiak fele számára szinte mindenhol és minden pillanatban elérhet? közelségben van a világ. Az európai munkavállaló maga is egyre inkább él a mobil technológia kínálta lehet?ségekkel4, hogy bármely pillanatban kommunikálni tudjon másokkal, illetve információ után kutathasson az interneten vagy a bels? vállalati-szakmai hálózatokon. ..."

"The Internet and the use of portable computers, mobile phones and tablets have increased the importance of ‘new ways of work'. This work, which is place- and time-independent, can lead to more autonomy and greater flexibility for workers, but it also carries serious physical as well as psychosocial risks according to this working paper.
The author of this report focuses on the hidden dangers of these new ways of working: techno-stress, techno-addiction, the blurring of boundaries between work and private life, burn-outs and overtiredness, safety risks and ergonomic problems.
The paper analyses the European legislation on safe and healthy working conditions and how it can be applied to this new way of working. Last, but not least, it underlines the importance of this new societal issue for workers' representatives."

"L'Internet et l'utilisation des ordinateurs portables, des téléphones mobiles et des tablettes ont accru l'importance du « travail nomade». Ce type de travail, sans contrainte de lieu ni de temps, peut entraîner, d'après ce working paper, une plus grande autonomie et une plus grande flexibilité pour les travailleurs, mais il comporte néanmoins de sérieux risques aussi bien physiques que psychosociaux.
L'auteur de ce rapport met l'accent sur ​​les dangers cachés du travail nomade : technostress, techno-dépendance, estompement de la frontière entre travail et vie privée, épuisement et burn out, risques liés à la sécurité et problèmes ergonomiques.
Le rapport analyse la réglementation européenne relative aux conditions de travail et à la sécurité des travailleurs et la manière dont elle peut être appliquée à cette nouvelle façon de travailler. Dernier point, mais non le moindre, il souligne l'importance de ce nouveau problème sociétal pour les représentants des travailleurs."

"The Internet and the use of portable computers, mobile phones and tablets have increased the importance of ‘new ways of work'. This work, which is place- and time-independent, can lead to more autonomy and greater flexibility for workers, but it also carries serious physical as well as psychosocial risks according to this working paper.
The author of this report focuses on the hidden dangers of these new ways of working: techno-stress, techno-addiction, the blurring of boundaries between work and private life, burn-outs and overtiredness, safety risks and ergonomic problems.
The paper analyses the European legislation on safe and healthy working conditions and how it can be applied to this new way of working. Last, but not least, it underlines the importance of this new societal issue for workers' representatives."

"Sinds het begin van deze eeuw is sprake van een revolutionaire toename van allerhande mobiele technologieën en communicatiemiddelen – in het bijzonder smartphones en tablets. Wereldwijd zullen in 2012 naar schatting 800 miljoen smartphones of tablets worden verkocht, en in 2013 meer dan een miljard.1 Het aantal Nederlanders dat een smartphone bezit, is inmiddels opgelopen tot zes miljoen, bijna drie miljoen Nederlanders beschikt over een tablet.2 Ook het aantal aansluitingen groeit gestaag.3 De verwachting is dat het gebruik van smartphones en tablets de komende jaren nog verder zal toenemen. Die opmars van smartphones en tablets voltrekt zich niet voor niets. De voordelen van een smartphone zijn immers evident: ruwweg de helft van alle Nederlanders heeft (vrijwel) overal en altijd de wereld binnen handbereik. Ook de Nederlandse werknemer maakt in ruime mate gebruik van de mogelijkheden van mobiele technologieën: om te allen tijde te kunnen communiceren, of om informatie op te vragen via internet of gesloten bedrijfsnetwerken. Mobiele ICT vormt daarmee het fundament onder het zogenaamde ‘Nieuwe Werken' – ofwel ‘plaats- en tijdonafhankelijk werken'. In Nederland werkt ongeveer één op de vijf werknemers met enige regelmaat thuis.4 Dat werknemers altijd en overal kunnen inloggen op netwerken of andere informatiebronnen heeft een aantal voordelen. Zo biedt moderne ICT betere en snellere toegankelijkheid van informatie voor het werk. De mogelijkheid om thuis te werken leidt tot een vermindering van reistijd/files/CO2-uitstoot5 en een betere afstemming tussen werk en privé. De schaduwzijden van deze ontwikkelingen liggen."

"The TUTB asked different researchers to look into how the application of selected Directives impacts their national prevention systems. Through this, we can identify good incorporation practice, frame challenges on the content of the Directives, identify failings and weaknesses like the use of very general provisions in the Directives which results in widely differing interpretations and applications.
Jan Popma analysed and explained the way in which aspects seen as intangible working conditions are dealt with in legislation and in practice in the Netherlands. These aspects - such as stress, mental load and quality of work - have in fact been covered by Dutch legislation since 1980, that is to say, quite some time before the adoption and implementation of the Community Framework Directive. Nonetheless, the Netherlands has a high and increasing rate of incapacity for work due to psychological problems.
Jan Popma's analysis enables us to identify the pitfalls to be avoided when dealing with well-being at work. In this way, it contributes to the development of trade union strategies for improving the well-being and mental health of workers."

"Elk jaar op 28 april organiseert de internationale vakbeweging Workers' Memorial Day. Op deze dag gedenkt de vakbeweging de werknemers die zijn overleden tijdens hun werk of als gevolg van slechte arbeidsomstandigheden. Ter voorbereiding op Workers' Memorial Day 2005 heeft de Federatie Nederlandse Vakbeweging aan het Hugo Sinzheimer Instituut gevraagd een overzicht te geven van de werkgerelateerde sterfte in Nederland. Een lastige opgave, zo bleek tijdens het onderzoek naar relevante gegevens. Er is opvallend weinig statistisch materiaal voorhanden waaruit direct een antwoord op de vraag valt te destilleren. In feite wordt alleen van de dodelijke arbeidsongevallen een duidelijke registratie bijgehouden. In het voorliggende rapport is desondanks een poging ondernomen om een zo betrouwbaar mogelijke schatting te maken van een aantal belangrijke doodsoorzaken die kunnen samenhangen met het werk of met ongezonde arbeidsomstandigheden. ... "